Jonge duiven (2)
Vorige week gaf ik al aan dat het Circovirus mogelijk gezien moet worden als de grote boosdoener achter het Jonge duiven Syndroom. Dit syndroom kan gezien worden als een verzameling van aandoeningen die voor een deel overlappende symptomen kan geven. De ernst van deze kwaal hangt in sterke mate af van de secundaire ziekten die de verschijnselen vooral helpen veroorzaken. Vanaf het begin van deze eeuw zagen we meer en meer dat de Adeno-coli zoals we die kenden vaak niet meer zo snel reageerden op de gebruikelijke medicijnen. Voorts zagen we dat de duiven die op een meer natuurlijke manier ondersteund werden minder last leken te hebben van de kwaal en doorgaans sneller reageerden op de medicatie.
Zo rond 2005 zien we een sterkere toename van het achterblijven van
de jonge duiven op de vluchten. Vele oorzaken worden hier aan toegeschreven. Vaak is aan deze jongen niets te zien. Sterker nog de liefhebbers manden de jongen kogelrond in en verwachten een topuitslag. Niets is minder waar als blijkt dat een derde tot de helft van de jongen niet meer terugkomt van de (opleer)vlucht. Ook aan huis worden de laatste jaren meer duiven verspeeld.
In toenemende mate worden er te rode kelen gezien of duiven met gele beslagen in de bek wat sterk het vermoeden legt bij een Herpesvirus besmetting. Menig liefhebbers is overtuigd van een besmetting met het Geel en kuurt daartegen. Helaas zonder enig resultaat te boeken. Maar blijft het hierbij? Nee helaas niet. Ook is er een toename van het aantal Candida - infecties vast te stelen. Streptokokkeninfecties al dan niet als begeleidend verschijnsel bij de Herpesvirusinfecties. Vandaag dus weer een liefhebber die belde over de paramyxo bij zijn jonge duiven. Maar ook andere virussen stellen we vast. Daarnaast zijn er hokken met sterke luchtwegproblemen. Kortom het is een hele mengelmoes aan symptomen. Als er een diagnose is gesteld is de ingestelde therapie vaak teleurstellend. Er treedt soms amper verbetering op na een antibioticumkuur. Menig liefhebber komt dan met verwijtende woorden over de ‘andere' dierenarts. Maar dit is veelal niet terecht. Achter deze ziektebeelden gaat bij jonge duiven vaak een gemeenschappelijke oorzaak schuil.
Het Circovirus.
Dit virus kunnen we beschouwen als de oorzaak van veel van de ellende bij de jonge duiven.
Is het nu zo dat dit virus altijd problemen geeft? Nee dat is niet zo. Bij menige liefhebber is dit virus bij de duiven aanwezig zonder dat het noemenswaardige klachten veroorzaakt.
Of het klachten helpt veroorzaken hangt namelijk af van meerder factoren. Bij overbevolking en stress zal dit virus meer kans krijgen. De weerstand van de duiven is dan immers in het gedrang. Op hokken met een slechte luchtkwaliteit zal het virus ook meer kansen hebben. Bij duiven met een hoge infectiedruk van andere ziekteverwekkers zullen de verschijnselen doorgaans ernstiger zijn dan bij duiven die in een relatief gezonde omgeving op kunnen groeien.
De opleermanden zijn door de stressfactor die dan erbij komt vaak het moment dat de ziekteverschijnselen uitbreken.
Het Circovirus is een virus dat zich nestelt in het hart van de afweer van de duiven. In de Bursa van Fabricius. Vanuit dit kleine orgaantje bij de cloaca vindt als het ware de verdeling van de afweer over het lichaam plaats. Als dit orgaantje al vroeg in het leven van een duif wordt aangetast zal het met de opbouw van de afweer maar matig gesteld zijn. Dit is makkelijk voor te stellen. Het is dus zaak de besmettingsdruk van dit virus zo laag mogelijk te houden. Naarmate dit virus meer van zich kan doen spreken zullen de jonge duiven veel vatbaarder zijn voor infecties met andere ziekten. De mogelijkheid van de duiven om te reageren op de indringers wordt door de aanwezigheid van dit Circovirus dan ook in meerdere of mindere mate verstoord. We weten allemaal dat de jonge duiven de nodige kinderziektes mee kunnen maken op hun weg naar volwassenheid. In die periode is het belangrijk dat de duiven onder optimale omstandigheden worden gehuisvest en verzorgd. In onze optiek hoort dat een optimale verzorging met de juiste voedingsmiddelen bij. Er moet de liefhebber veel aan gelegen liggen om de weerstand van de duiven op een zo hoog mogelijk peil te houden.
Uit het voorgaande moge duidelijk zijn geworden dat het, het paard achter de wagen spannen is om te denken met een antibioticum de fouten die tijdens de opfok van de jongen zijn gemaakt nog te kunnen ondervangen. Een enkele keer zal dit lukken maar structureel kampen we in de duivensport met het Circovirus dat dit uiteindelijk alleen tot teleurstelling zal leiden.
De weg uit deze problemen heet "preventieve aanpak"
Succes
Peter Boskamp