Nieuwsbrief 3 Mei 2010

Fondduiven

De medische begeleiding van de duivensport kent veel variaties, ofschoon dit doorgaans behoorlijk over het hoofd wordt gezien en alles veelal min of meer op een hoop wordt gegooid.

Het maakt natuurlijk nogal verschil of je over de medische begeleiding van vitesseduiven spreekt in vergelijking met fondduiven. Ook midfondduiven hebben een andere benadering nodig.

Kortom de soort wedstrijden waaraan duiven mee doen kan wel degelijk van belang zijn in relatie tot de medische begeleiding.

Ook de regelmaat waarmee de duiven mee moeten op de vluchten speelt een belangrijke rol. Hoe lang is de recuperatietijd. Het programma in Duitsland eist een snelle recuperatie en daar

mag weinig aan het toeval overgelaten worden. De fondvluchten bieden wat dat betreft meer mogelijkheden en kunnen dus op een heel andere manier worden benaderd.

 

Door de medische begeleiding op een hoop te gooien halen we niet alle mogelijkheden eruit die er zijn, maar evenmin doen we de duiven recht.

Als we kijken aar de fondduiven dan dient de medische benadering totaal anders te zijn dan bij programmaduiven. Immers de programmaduiven moeten nu tiptop aan de start verschijnen, terwijl de fondduiven aan het begin van het seizoen vooral vliegkilometers moeten maken.

Desalniettemin hebben fondliefhebbers natuurlijk wel de morele verplichting om te zorgen dat hun duiven ook bij deze, voor hen, trainingsvluchten, gezond de manden in gaan. Het past dan niet om te stellen dat ze nog niets aan de gezondheid hoeven te doen omdat ze ‘er toch nog niet hoeven te staan’ . Dat mag vanuit eigen standpunt correct geacht worden, ofschoon ik zlefs dat betwijfel. Ook hier geldt weer de morele plicht ten opzichte van de collega duivenmelkers die met hun programmaduiven wel degelijk hun mannetje moeten staan en er niet op staan te wachten dat hun duiven een zware geelbesmetting oplopen omdat collega’s het (nog) niet zo nauw nemen met de gezondheidszorg. We moeten met zijn allen beseffen dat we in de duivensport met topsport bezig zijn en dat dit om zelfdiscipline vraagt.

Ik vind het vanzelfsprekend dat iedere liefhebber de collegialiteit moet opbrengen om geen zieke en verdachte duiven in te korven. Ook op die manier kunnen we het overmatige gebruik van medicijnen samen terugdringen.

Maar los daarvan is het een foutieve veronderstelling om er van uit te gaan dat men duiven die besmet zijn met trichomonas, wormen of coccidiose om zelfs niet te spreken van luchtweginfecties trainingskilometers te kan laten maken omdat ze er nog niet hoeven te staan. Duiven die deze kwalen herbergen zullen een bovenmaatse inspanning moeten leveren die ten koste gaat van de spier- en vormopbouw. Deze duiven kunnen zich niet adequaat voorbereiden op het eigenlijke werk waarvoor ze gehouden worden. Om trainingsopbouw naar behoren en efficiënt te laten functioneren is het een eerste vereiste dat de duiven gezond zijn.

In het kader om het gebruik van medicijnen terug te dringen zijn we begin 2009 met een kleinschalig onderzoek begonnen om de veronderstellingen die we al lang hadden ook te kunnen aantonen. Een van deze veronderstellingen was dat een goede preventieve gezondheidszorg waarbij de nadruk ligt op het zo hoog mogelijk houden van de weerstand, het uitbreken van ziekte kan beperken en de noodzaak om antibiotica en chemotherapeutica in te zetten daardoor terugdringt.

Omdat de resultaten eigenlijk boven verwachting zijn tot nu toe, willen we een en ander al met u delen.

Begin 2009 vatten we het plan op om de duiven in de diverse categorieën te gaan vervolgen. Ik beperk me in dit verslag tot de fondduiven.

Het onderzoek beperkte zich tot een aantal fondduivenhokken. Enkele daarvan hadden in de jaren voorafgaand aan het onderzoek in het voorjaar vaak geelbesmettingen waarbij de infectiegraad zo hoog was dat ik soms bang was dat de trichomonaden er met mijn microscoop vandoor zouden gaan. Zo zwart zag het dan van de parasieten in het gezichtsveld. Zwaar kuren was dan ook vaak noodzakelijk in die gevallen.

Verloop van het onderzoek.

We hebben in 2009 voor de kweek de duiven gecontroleerd op het geel, coccidiose en wormen. Waar nodig werd op de eieren de gebruikelijke geelkuur gegeven. De duiven kregen de Bony-SGR en de Bony omega 3 kweekolie.

De jongen uit deze duiven werden gecontroleerd op het geel en omdat deze vrij waren werd er geen medicament toegediend.

We beperkten ons bij deze jongen tot augustus tot de Bony M mineralen, Bony-SGR, twee maal per week en Bony-kweekolie 2 x per week.

Na de fondvluchten van 2009 begon het eigenlijke onderzoek. De jongen zowel als de vliegduiven kregen 2 x per week Bony-SGR, Bony M mineralen, 1 x in de 14 dagen 10 druppels Bony-mineral en één maal per week Bony-BMT, Basiskern en Nuceovit. Dit laatste alle drie te samen over het voer. Verder voer van een gemiddeld goede samenstelling. En zuiver drinkwater op de dagen dat ze geen Bony-SGR kregen toegediend.

De combinatie van voedingssupplementen zoals beschreven moest er voor zorgen dat de duiven op een natuurlijke manier gezond werden gehouden.

Afgesproken werd dat er geen medicijnen werden verstrekt zolang er zich daartoe geen noodzaak aan zou dienen.

Om de noodzaak vast te stellen werden de duiven iedere 4-6 weken gecontroleerd. Hierbij werd de mest ook op kweek gezet. Daarnaast werd de mest microscopisch onderzocht, de duiven individueel beoordeeld en keeluitstrijkjes gemaakt. Omdat het een testonderzoek betrof werd ook bacteriologisch onderzoek van luchtwegen en krop verricht.

De verwachting was dat de duiven maar in beperkte mate klachten zouden vertonen tijdens de herfst en de wintermaanden.

Bij onderzoek kwam echter aan het licht dat de duiven op een enkele verdwaalde coccidie geen afwijkingen vertoonden. In december stonden de duiven er tiptop op. Ze waren voor de tijd van het jaar eigenlijk gemiddeld genomen te goed te noemen.

Wat ons verbaasde was dat ook het geel zich niet liet zien in deze hele periode.

Vanaf januari 2010 werden de duiven om de 4 weken bekeken. De jarige duiven hadden zich (mogelijk door de toepassing van de nucleovit zeer goed ontwikkeld en hadden zelfs meer body dan de oude kon men haast zeggen).

Het geheel van de basiscombinatie die gebruikt was leek zijn vruchten inderdaad af te werpen en de medicatie tot een minimum te kunnen beperken.

Er dient op gewezen te worden dat deze jongen uit 2009 vanaf hun geboorte tot op heden geen enkel medicijn toegediend hebben gekregen! Maar dan ook helemaal niets.

Het was natuurlijk ook van belang om te weten hoe deze duiven zich zouden houden tijdens de invliegvluchten. De duiven waren afgelopen week gemiddeld drie keer ingekorfd door de respectievelijke liefhebbers toen ze op maandelijkse controle kwamen. Ik heb nog niet alle duiven teruggezien maar van de duiven die ik terugzag was er slechts één enkele die nu enkele geelparasieten bij zich droeg. Het betrof een jaarling die dus nog nooit iets tegen het geel had ontvangen.

De overige duiven waren schoon op de luchtwegen en slechts één van de andere duiven vertoonde een lichte irritatie op de luchtwegen.

We kunnen met een grote mate van zekerheid zeggen dat deze duiven de genoemde infecties en irritatie in de transportmanden hebben opgelopen.

We kunnen dan ook de conclusie trekken dat controle tijdens de wedvluchten in geval van een medische begeleiding waarbij de duiven met een minimum aan medicatie worden begeleid, wel noodzakelijk blijft.

Als we nu zien dat we in mei zitten dan kunnen we dus stellen dat het bij fondduiven volstrekt mogelijk moet zijn deze duiven vrij te houden van luchtweginfecties en andere veel voorkomende ziekten van duiven door ons te richten op een verbetering van de afweer en een optimaliseren van de gezondheid in preventieve zin. En daartoe, zo blijkt uit dit kleinschalig onderzoekje, zijn veelal geen medicijnen noodzakelijk.

De genoemde oudere fondduiven hebben dus nu al 9 maanden volstrekt geen medicatie gehad.

In het verloop van dit onderzoek krijgen de duiven die aangetast zijn een individuele behandeling om het effect van de diverse vluchten op de gezondheid van de duiven goed in beeld te kunnen brengen. De ene duif die nu een lichte geelbesmetting had is wel individueel behandeld om te zorgen dat de duif in de manden geen verspreider wordt van het geel, ook al had hij slechts enkele parasieten in het keeluitstrijkje.

Nadat deze duiven de komende invliegvluchten (we leven nu rond 1 mei als ik dit schrijf) achter zich hebben worden ze nogmaals bekeken en vanaf daar worden ze klaar gemaakt voor het eigenlijke werk, de fondvluchten.

Daarbij wordt indien noodzakelijk gericht gewerkt met medicijnen, maar vooral met voedingssupplementen die de vorm verbeteren en ondersteunen.

De bedoeling is dat we gaan zien en/of bewijzen of een minimalistische toepassing van medicijnen, maar een verstandige en gerichte toepassing van voedingssupplementen de duiven verder brengt, dan het frequent inzetten van medicijnen zoals zo vaak gedacht wordt door de aanhangers van de medicijnpotjes.

Mogelijk dat boze tongen na lezing van bovenstaande willen beweren dat ik voor eigen parochie sta te preken. Niets is minder waar. We hebben bovenstaande basiscombinatie in de loop der tijd ontwikkeld en zien dat de werkzaamheid goed te noemen is. Er zullen ongetwijfeld ook andere combinaties zijn met natuurlijke middelen die zich bewezen hebben. Waar het mij alleen om gaat is aan te tonen dat het niet noodzakelijk is de duiven vol te stoppen met medicijnen, mits we maar zorgen dat de basisweerstand van onze topsporters goed blijft.

(wordt vervolgd)